ECLI:NL:HR:2013:578

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 september 2013
Publicatiedatum
3 september 2013
Zaaknummer
13/01098 U
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering van de opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten van Amerika

Op 3 september 2013 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende de uitlevering van een opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten van Amerika. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 21 februari 2013, met nummer 16/701970-12. De opgeëiste persoon, geboren in 1960, heeft het beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank die het verzoek tot uitlevering heeft goedgekeurd.

De verdediging, vertegenwoordigd door mr. P.B.Ph.M. Bogaers, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die schriftelijk zijn toegelicht. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat inhoudt dat de Hoge Raad van mening is dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen aanleiding geven tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist door artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de beslissing van de Rechtbank Midden-Nederland in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is gewezen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

3 september 2013
Strafkamer
nr. 13/01098 U
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 21 februari 2013, nummer 16/701970-12, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van:
[de opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft mr. P.B.Ph.M. Bogaers, advocaat te Nieuwegein, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De middelen zijn schriftelijk toegelicht.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 september 2013.