ECLI:NL:HR:2013:49

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2013
Publicatiedatum
4 juli 2013
Zaaknummer
13/01074
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking van het hof inzake verzetprocedure en ontvankelijkheid in burgerlijke zaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door verzoekster tegen een beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een verzetprocedure in het kader van de Wet tarieven in burgerlijke zaken, waarbij de ontvankelijkheid van het beroep centraal stond. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Leeuwarden en het hof, die relevant zijn voor het verloop van het geding. Verzoekster heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof van 4 december 2012, maar verweerster is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van verzoekster heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en verzoekster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerster op nihil zijn begroot.

Uitspraak

28 juni 2013
Eerste Kamer
nr. 13/01074
RM/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en [verweerster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
de beschikking in de zaak 95146/KG RK 09-166 van de rechtbank Leeuwarden van 23 februari 2011;
de beschikking in de zaak 110611/HA ZA 11-152 van de rechtbank Leeuwarden van 9 november 2011;
de beschikking in de zaak 200.090.850/01 van het gerechtshof te Leeuwarden van 4 december 2012.
De beschikking van het hof van 4 december 2012 is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de laatstvermelde beschikking van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [verzoekster] heeft bij brief van 30 mei 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
28 juni 2013.