Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
4.Beslissing
28 juni 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door verzoekster tegen een beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een verzetprocedure in het kader van de Wet tarieven in burgerlijke zaken, waarbij de ontvankelijkheid van het beroep centraal stond. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Leeuwarden en het hof, die relevant zijn voor het verloop van het geding. Verzoekster heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof van 4 december 2012, maar verweerster is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van verzoekster heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en verzoekster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerster op nihil zijn begroot.