ECLI:NL:HR:2013:462

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 mei 2013
Publicatiedatum
8 augustus 2013
Zaaknummer
11/03405
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 29 april 2011, in de strafzaak tegen een verdachte geboren in 1966. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. G.J.A. van de Grint, advocaat te 's-Hertogenbosch. De advocaat heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening is dat het cassatieberoep niet gegrond is.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de argumenten van de verdachte niet overtuigend genoeg vond om het beroep te honoreren.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 3 mei 2013 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

3 mei 2013
Strafkamer
nr. 11/03405
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 april 2011, nummer 20/004576-09, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G.J.A. van de Grint, advocaat te 's-Hertogenbosch, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 mei 2013.