ECLI:NL:HR:2013:454

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 augustus 2013
Publicatiedatum
8 augustus 2013
Zaaknummer
13/00336
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake loonbelasting/premie volksverzekeringen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 augustus 2013 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie van een belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft de inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen over de maanden april en mei 2010. De belanghebbende had op 14 november 2012 een afschrift van de uitspraak van het Hof ontvangen, maar het beroepschrift in cassatie werd pas op 18 januari 2013 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken viel. De Hoge Raad oordeelde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, noch binnen de termijn van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) of artikel 6:9, lid 2, Awb. De griffier van de Hoge Raad had de belanghebbende op 7 maart 2013 in de gelegenheid gesteld om te reageren op de overschrijding van de beroepstermijn, maar de belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

Hoge Raad der Nederlanden
Derde Kamer
Nr. 13/00336
9 augustus 2013
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X], domicilie gekozen hebbende te
[Z], (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Leeuwardenvan 8 november 2012, nr. 11/00225, betreffende de van belanghebbende over de maanden april 2010 en mei 2010 op het loon ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Blijkens een door de griffier van het Hof op de uitspraak van het Hof gestelde aantekening is een afschrift van die uitspraak aangetekend aan partijen verzonden op 14 november 2012.
Blijkens een door de griffier van de Hoge Raad op het beroepschrift in cassatie gestelde aantekening is dit beroepschrift op 18 januari 2013 ter griffie van de Hoge Raad binnengekomen.
Het beroepschrift in cassatie is derhalve niet ontvangen binnen de in artikel 6:7 Awb gestelde termijn van zes weken, die in het onderhavige geval eindigde op 27 december 2012. Het is evenmin tijdig ingediend in de zin van artikel 6:9, lid 2, Awb.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij brief van 7 maart 2013, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom de beroepstermijn is overschreden. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Gelet op het hiervoor overwogene moet het beroep in cassatie niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2013.