ECLI:NL:HR:2013:2140

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
20 december 2013
Zaaknummer
13/04029
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep door schuldeiser tegen beëindiging schuldsanering met verlening schone lei niet-ontvankelijk

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de verzoeker tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verzoeker had beroep in cassatie ingesteld tegen de beëindiging van de schuldsanering met verlening van de schone lei. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Limburg van 7 mei 2013 en een arrest van het hof van 22 augustus 2013. De verzoeker had zijn cassatieberoep ingediend met een verzoekschrift op 15 augustus 2013, gevolgd door een aanvullend verzoekschrift op 30 augustus 2013. De verweerder heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verzoeker.

Uitspraak

20 december 2013
Eerste Kamer
nr. 13/04029
EE/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/03/09/199 R van de rechtbank Limburg van 7 mei 2013;
b. het arrest in de zaak HV 200.127.139/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 augustus 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld bij verzoekschrift tot cassatie van 15 augustus 2013 alsmede bij aanvullend verzoekschrift respectievelijk zelfstandig verzoekschrift van 30 augustus 2013. Beide cassatierekesten zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
20 december 2013.