ECLI:NL:HR:2013:2111

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
13/01171
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling Nederlanderschap en naturalisatiebesluit op basis van valse gegevens

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vaststelling van het Nederlanderschap van de verzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.T.B. Salomons, had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 13 december 2012. De rechtbank had eerder geoordeeld over een naturalisatiebesluit dat was genomen op basis van valse of onjuiste gegevens. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. van Asperen, verzocht het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de beschikking van de rechtbank en stelt vast dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Advocaat-Generaal P. Vlas had in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd, met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verzoeker, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand blijft. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juistheid van de gegevens waarop een naturalisatiebesluit is gebaseerd en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling en rechtseenheid.

Uitspraak

20 december 2013
Eerste Kamer
nr. 13/01171
RM/GB
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. K.T.B. Salomons,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst),
zetelende te ’s-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.M. van Asperen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de Staat.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 408216/HA RK 11-733 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 13 december 2012.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
20 december 2013.