ECLI:NL:HR:2013:2097

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
12/04485
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Merkenrecht en depot te kwader trouw in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Wendy’s International Inc., gevestigd in Dublin, Ohio, en een verweerder die handelt onder de naam Wendy’s. De zaak betreft een geschil over merkenrecht, specifiek over de vraag of er sprake is van depot te kwader trouw. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Middelburg en een arrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage. Wendy’s International heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 3 april 2012 werd gewezen. De verweerder heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep en heeft Wendy’s International in de proceskosten veroordeeld. De Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd.

De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 lid 1 RO, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Wendy’s International verworpen en deze in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een specificatie van de kosten aan de zijde van de verweerder.

Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth, en is een belangrijke uitspraak in het kader van het merkenrecht, waarbij de Hoge Raad de toepassing van de relevante artikelen en de beoordeling van de feiten door de lagere rechters heeft bevestigd.

Uitspraak

20 december 2013
Eerste Kamer
nr. 12/04485
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WENDY’S INTERNATIONAL INC.,
gevestigd te Dublin, Ohio, Verenigde Staten van Amerika,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. Chr.F. Kroes,
t e g e n
[verweerder], handelend onder de naam Wendy’s,
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. C.S.G. Janssens.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Wendy’s International en [verweerder].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 668/97 van de rechtbank Middelburg van 7 oktober 1998 en 12 januari 2000;
b. het arrest in de zaak 105.000.308/01 van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 3 april 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Wendy’s International beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met veroordeling van Wendy’s International in de proceskosten op de voet van art. 1019h Rv.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal in buitengewone dienst D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Wendy's International in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 380,34 aan verschotten en € 16.200,--, te vermeerderen met BTW, voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
20 december 2013.