ECLI:NL:HR:2013:2085

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
13/02368
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake onroerendezaakbelastingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2013 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie. Het beroep was ingesteld door een belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 maart 2013, met betrekking tot beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2010. De onroerende zaken betroffen adressen aan de [a-straat 1], [2] en [3] te [Q].

De Hoge Raad heeft beoordeeld of de klachten die door de belanghebbende zijn ingediend, voldoende grond bieden voor behandeling in cassatie. De Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit oordeel is gebaseerd op de constatering dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, dan wel dat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

Gelet op artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en na gehoord te hebben de Procureur-Generaal, heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is in het openbaar uitgesproken op 20 december 2013.

Uitspraak

20 december 2013
Nr. 13/02368
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 22 maart 2013, nrs. BK-12/00181, BK-12/00182 en BK-12/00183, betreffende de beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2010 betreffende de onroerende zaken [a-straat 1], [2] en [3] te [Q].

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2013.