ECLI:NL:HR:2013:2055

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
18 december 2013
Zaaknummer
12/04148
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen tussenvonnis in ruilverkavelingsgeschil

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door eisers tegen de vonnissen van de rechtbank Leeuwarden in een geschil over de ruilverkaveling 'Doniawerstal'. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank, gedateerd op 30 maart 2011, 25 mei 2011, 13 juli 2011 en 4 juli 2012. De eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. J.A.M.A. Sluysmans, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank, waarbij de Landinrichtingscommissie, vertegenwoordigd door mr. M.W. Scheltema en mr. R.T. Wiegerink, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft in zijn conclusie geadviseerd om de eisers niet-ontvankelijk te verklaren in hun cassatieberoep tegen het tussenvonnis van 30 maart 2011 en het cassatieberoep tegen het eindvonnis van 4 juli 2012 te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers niet gegrond bevonden en heeft geoordeeld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

20 december 2013
Eerste Kamer
nr. 12/04148
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiser 1],
2. [eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans,
t e g e n
DE LANDINRICHTINGSCOMMISSIE IN DE RUILVERKAVELING "DONIAWERSTAL",
gevestigd te Leeuwarden,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. M.W. Scheltema en mr. R.T. Wiegerink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] (in enkelvoud) en de Landinrichtingscommissie.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de vonnissen in de zaak 109606/HA ZA 11-22 van de rechtbank Leeuwarden van 30 maart 2011, 25 mei 2011, 13 juli 2011 en 4 juli 2012.
De vonnissen van de rechtbank zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de vonnissen van de rechtbank van 30 maart 2011 en 4 juli 2012 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Landinrichtingscommissie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [eiser] mede door mr. R.L. de Graaff, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot:
- niet-ontvankelijkverklaring van eisers in hun cassatieberoep tegen het tussenvonnis van 30 maart 2011, en
- verwerping van het cassatieberoep tegen het eindvonnis van 4 juli 2012.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 8 november 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Landinrichtingscommissie begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
20 december 2013.