ECLI:NL:HR:2013:2053

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2013
Publicatiedatum
18 december 2013
Zaaknummer
13/00449
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de totstandkoming van een samenwerkingsovereenkomst en de redelijkheid en billijkheid van vorderingen tot nakoming

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, gaat het om een geschil tussen DIRECT VERENIGDE BEDRIJVEN B.V. (DVB) en DE RAADSLIJN NEDERLAND B.V. over de totstandkoming van een samenwerkingsovereenkomst. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van DVB tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem, dat op 28 augustus 2012 is gewezen. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, met eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem en arresten van het hof. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken en stelt vast dat DVB in cassatie is gekomen tegen het arrest van het hof, waarbij verstek is verleend tegen De Raadslijn.

De advocaat van DVB heeft de zaak toegelicht en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad overweegt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk beslist de Hoge Raad om het beroep van DVB te verwerpen en veroordeelt DVB in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van De Raadslijn zijn begroot op nihil. Dit arrest is uitgesproken op 20 december 2013 door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth en G. Snijders, waarbij M.A. Loth de uitspraak in het openbaar heeft gedaan.

Uitspraak

20 december 2013
Eerste Kamer
nr. 13/00449
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
DIRECT VERENIGDE BEDRIJVEN B.V.,
gevestigd te Arnhem,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.A.M. Wagemakers,
t e g e n
DE RAADSLIJN NEDERLAND B.V.,
statutair gevestigd te Hoofddorp, kantoorhoudende te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als DVB en De Raadslijn.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 199818/HA ZA 10-847 van de rechtbank Arnhem van 10 maart 2010, 2 juni 2010 en 16 februari 2011;
b. de arresten in de zaak 200.088.627 van het gerechtshof te Arnhem van 7 februari 2012 en 28 augustus 2012.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 28 augustus 2012 heeft DVB beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen De Raadslijn is verstek verleend.
De zaak is voor DVB toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van DVB heeft bij brief van 4 november 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt DVB in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Raadslijn begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
20 december 2013.