ECLI:NL:HR:2013:1900

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 december 2013
Publicatiedatum
12 december 2013
Zaaknummer
13/04175
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid beroep in cassatie inzake zorgtoeslag voor de jaren 2006 en 2007

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 december 2013 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van een belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de zorgtoeslag voor de jaren 2006 en 2007, waarbij de belanghebbende in beroep ging tegen de beschikkingen die hem waren opgelegd. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling allereerst gekeken naar de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie. Volgens artikel 78, lid 4 van de Wet op de rechterlijke organisatie kan de Hoge Raad enkel kennisnemen van cassatieberoepen tegen uitspraken van de administratieve rechter, voor zover dit bij wet is bepaald. In dit geval was er geen wettelijke bepaling die het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank mogelijk maakte, aangezien het ging om een geschil dat voortvloeide uit de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR). De Hoge Raad concludeerde dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, ook al was er ten onrechte een rechtsmiddelverwijzing opgenomen in de aangevallen uitspraak van de Rechtbank.

Daarnaast heeft de Hoge Raad overwogen dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was dus dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren. Het arrest werd openbaar uitgesproken op 13 december 2013. Tevens werd vermeld dat het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 118 door de griffier van de Hoge Raad aan de belanghebbende zou worden teruggegeven.

Uitspraak

13 december 2013
Nr. 13/04175
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank Oost-Brabantvan 1 augustus 2013, nr. SHE 13/2704 VERZET, betreffende de ten aanzien van belanghebbende voor de jaren 2006 en 2007 gegeven beschikkingen zorgtoeslag.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4 van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Rechtbank die is gedaan in een geschil betreffende een besluit als de onderhavige ingevolge de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR). Dit heeft eveneens te gelden indien onder de aangevallen uitspraak van de Rechtbank ten onrechte een rechtsmiddelverwijzing is opgenomen. Het beroep in cassatie dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2013.
Het door belanghebbende als griffierecht betaalde bedrag van € 118 wordt door de griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.