In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 december 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en de Coöperatieve Rabobank Oss E.O. U.A. De zaak betreft hoofdelijke aansprakelijkheid voor een restschuld die voortvloeit uit een door de bank verstrekte geldlening na de hypothecaire verkoop van woningen. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch gedeeltelijk vernietigd en het vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch bekrachtigd, waarbij de bank werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan [eiseres].
De feiten van de zaak zijn als volgt: [eiseres] en [betrokkene 1] hebben samen geldleningen afgesloten bij de bank, waarbij [eiseres] een woning in Huizen had en [betrokkene 1] een woning in Heesch. De bank heeft de woning in Huizen in maart 2006 onderhands verkocht en de woning in Heesch in december 2006. De bank heeft een hypothecair krediet van € 760.000 en een overbruggingskrediet van € 238.000 verstrekt, waarvan een deel op een depotrekening is gestort voor verbouwing. De bank heeft de geldleningsovereenkomsten in 2004 opgezegd omdat de schuldenaren hun verplichtingen niet nakwamen.
In de procedure vorderde de bank betaling van een restschuld van € 327.669,22 van [eiseres]. [Eiseres] heeft een reconventionele vordering ingesteld, stellende dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden door de financiering te verstrekken zonder rekening te houden met haar financiële situatie. De rechtbank heeft de vordering van de bank grotendeels toegewezen, maar ook de bank veroordeeld tot schadevergoeding aan [eiseres] voor onrechtmatige onttrekking van gelden aan het bouwdepot. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de reconventionele vordering van [eiseres] afgewezen.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van [eiseres] over de afwijzing van de reconventionele vordering gegrond zijn. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd voor zover het de reconventionele vordering betreft en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De bank is veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.