ECLI:NL:HR:2013:161

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2013
Publicatiedatum
24 juli 2013
Zaaknummer
12/02386
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] Beheer B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Hof van 2 mei 2012, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank te Arnhem werd behandeld. De Rechtbank had in deze eerdere uitspraken, genummerd AWB 08/1040 en 08/1041, navorderingsaanslagen in de vennootschapsbelasting voor de jaren 2002 en 2003 opgelegd aan belanghebbende.

Belanghebbende heeft in cassatie een klacht ingediend tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een verweerschrift ingediend, waarna belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de klacht beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klacht, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering behoeft, omdat deze niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 12 juli 2013 door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw, samen met de raadsheren C.B. Bavinck en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de griffier E. Cichowski.

Uitspraak

12 juli 2013
nr. 12/02386
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] Beheer B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Arnhemvan 2 mei 2012, nrs. 10/00531 en 10/00532, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nrs. AWB 08/1040 en 08/1041) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2002 en 2003 opgelegde navorderingsaanslagen in de vennootschapsbelasting.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een klacht voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2.Beoordeling van de klacht

De klacht kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klacht niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren C.B. Bavinck en C.H.W.M. Sterk, in tegenwoordigheid van de griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2013.