ECLI:NL:HR:2013:1467

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
13/03986
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep inzake besluiten van de Sociale Dienst Bommelerwaard

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van een belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep dat was ingesteld tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 2 juli 2013, nr. 11/2418 WWB, die op zijn beurt weer betrekking had op een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 10 maart 2011, nr. 10/02237. Deze eerdere uitspraken betroffen verscheidene besluiten van het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Bommelerwaard, genomen op basis van de Wet werk en bijstand.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de klachten die door de belanghebbende zijn aangevoerd, geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld, klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep. Daarnaast zijn de klachten volgens de Hoge Raad klaarblijkelijk niet in staat om tot cassatie te leiden. Gezien deze overwegingen heeft de Hoge Raad, met toepassing van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie, besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren.

De uitspraak is gedaan door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 29 november 2013.

Uitspraak

29 november 2013
Nr. 13/03986
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Centrale Raad van Beroepvan 2 juli 2013, nr. 11/2418 WWB, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van Rechtbank te Arnhem van 10 maart 2011, nr. 10/02237 betreffende verscheidene besluiten van het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Bommelerwaard ingevolge de Wet werk en bijstand.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2013.