ECLI:NL:HR:2013:1460

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
12/04263
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opeisbaarheid van een geldlening en misbruik van omstandigheden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen Edange Holding B.V. De zaak betreft de opeisbaarheid van een geldlening voor de afloop van de termijn waarvoor deze was aangegaan. De Hoge Raad oordeelde dat er geen sprake was van misbruik van omstandigheden bij de totstandkoming van de overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 3:44 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft de feiten en het verloop van het geding in feitelijke instanties samengevat, waarbij verwezen werd naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage en een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De Hoge Raad heeft de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet gegrond verklaard. Dit leidde tot de beslissing om het beroep in cassatie te verwerpen. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Edange zijn begroot op een totaal van € 8.318,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat. De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. de Groot, en openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

29 november 2013
Eerste Kamer
nr. 12/04263
TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.H.M. Meijroos,
t e g e n
EDANGE HOLDING B.V.,
gevestigd te Wassenaar,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Edange.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 347056/HA ZA 09-3028 van de rechtbank 's-Gravenhage van 2 december 2009 en 4 augustus 2010;
b. het arrest in de zaak 200.078.024/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 22 november 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Edange heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Edange toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van de middelen

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Edange begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
29 november 2013.