ECLI:NL:HR:2013:1442

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
12/05877
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van Stichting [X] tegen uitspraak Gerechtshof te Leeuwarden inzake Wet waardering onroerende zaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Stichting [X] tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Hof van 29 november 2012, waarin het Hof oordeelde over een aantal beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken. De belanghebbende, gevestigd in Duitsland, had hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank te Leeuwarden, die betrekking hadden op de waardering van onroerende zaken.

De Hoge Raad heeft de middelen die door de belanghebbende zijn voorgesteld, beoordeeld. De Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad houdt in dat het beroep in cassatie ongegrond wordt verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is gewezen door de raadsheer P.M.F. van Loon als voorzitter, samen met de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

29 november 2013
Nr. 12/05877
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
Stichting [X]te
[Z], Duitsland (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te Leeuwardenvan 29 november 2012, nrs. 11/00261, 11/00262, 11/00263, 11/00264 en 11/00265, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Leeuwarden (nrs. AWB 11/701, 11/702, 11/703, 11/704 en 11/705) betreffende beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer P.M.F. van Loon als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2013.