Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Beoordeling van het derde middel
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, de op 20 augustus 2004 tegenover de verbalisant afgelegde aangifte van [verbalisant 1]:
Op het moment was ik gekleed in een wit/oranje verkeersjas om duidelijk herkenbaar te zijn voor de overige weggebruikers.
Toen het voertuig stil stond heb ik de bestuurder met handgebaren duidelijk gemaakt dat hij achteruit moest rijden en zijn voertuig keren teneinde zijn weg te kunnen vervolgen. Ik zag dat achter dit voertuig een ander voertuig stilhield. Hierdoor kon de eerstgenoemde bestuurder niet achteruit rijden.
Ik heb toen deze bestuurder met mijn rechterhand een gebaar gegeven dat hij moest blijven staan, daar hij niet achteruit kon rijden.
Ik ben vervolgens naar de linkervoorzijde van het eerste voertuig gelopen teneinde oogcontact te krijgen met de bestuurder van het voertuig welke erachter stond. Ik bleef met mijn rechterhand contact houden met het voertuig van de eerste bestuurder, teneinde hem blijvend duidelijk te maken dat hij niet verder kon rijden. Op het moment dat ik oogcontact had met de bestuurder van het tweede voertuig hoorde ik de bestuurder van het eerste voertuig gas geven en ik hoorde dat de voorwielen van zijn voertuig spinden.
Hij is vervolgens weggereden in de richting van het parkeerterrein van het nabijgelegen ING bedrijvenpark gelegen aan de Hoeksteen te Hoofddorp.
Ik zag dat het kenteken van het voertuig luidde; [AA-00-BB], dit betreft een Toyota, groen van kleur, type mij onbekend.
2. Een proces-verbaal van 23 augustus 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (dossierpagina 19 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, de op 20 augustus 2004 tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van de getuige [getuige]:
Toen uw collega deze bestuurder een teken gaf dat hij moest stoppen reed hij verder door dan nodig. Ik zag dat uw collega met zijn hand nogmaals gebaarde dat hij niet verder kon. Hij gebaarde vervolgens dat de bestuurder niet verder mocht in de richting van de Hoeksteen en dat hij moest keren om naar de N-201 terug te rijden.
Deze gebaren waren duidelijk en niet voor andere uitleg vatbaar. Ik begreep het in ieder geval en andere bestuurders hadden de tekens ook begrepen.
Ik zag dat de man contact had met uw collega.
Laat ik het zo zeggen: de bestuurder had mijns inziens voor 200 procent begrepen dat hij niet rechtdoor mocht rijden.
Hij reed dus tussen de vrachtauto's en kraanwagen door naar een parkeerterrein aan de Hoeksteen.
Alles bij elkaar vond ik zijn rijgedrag ronduit asociaal.
3. Een proces-verbaal van bevindingen van 21 augustus 2004, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (dossierpagina 26 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant [verbalisant 2]:
5.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
6.Beslissing
19 november 2013.