Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een in de wettelijke vorm onder nummer PL2544 2010086918-4 door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, d.d. 8 december 2010 (pagina's 5 en 6 van een dossierproces-verbaal met nummer PL2544 2010086918-1) voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als relaas van verbalisant:
Op 8 december 2010 zag ik dat een persoon als bestuurder van een motorvoertuig, zijnde een personenauto, dit bestuurde op de openbare weg, de Gooimeerdijk-Oost te Almere.
Ter controle op de naleving van de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde voorschriften, stelde ik een onderzoek in.
Ik gaf de bestuurder op 8 december 2010 een stopteken waaraan hij voldeed. Ik sprak de bestuurder aan. Ik vroeg of hij in het bezit was van een geldig Nederlands rijbewijs. Ik zag dat de bestuurder mij een rijbewijs overhandigde. De bestuurder bleek aan de hand van zijn rijbewijs te zijn genaamd:
[verdachte]
Geboren [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats].
Ik heb vervolgens [verdachte] nagevraagd bij de dienstdoende centralist van de meldkamer. Uit dit onderzoek bleek dat [verdachte] een ongeldig verklaard rijbewijs had.
2. Een in de wettelijke vorm onder nummer PL2544 2010086918-7 door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt proces-verbaal van verhoor, d.d. 8 december 2010 (pagina's 9 en 10 van het onder 1. genoemde dossierproces-verbaal) voor zover inhoudende, delen van het op 8 december 2010 gehouden verhoor, zakelijk weergegeven:
als verklaring van verdachte:
Op 8 december 2010 ben ik aangehouden voor het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs.
Ongeveer anderhalf jaar geleden ben ik aangehouden omdat ik teveel had gedronken. Ik kreeg later een brief van het CBR dat ik een cursus moest volgen. Ik heb contact opgenomen met het CBR, deze vertelde mij dat de cursus 700 euro kost. Ik heb toen gezegd dat ik dat geld op dat moment niet had. Ik ben dus niet naar deze cursus gegaan. De persoon welke ik heb gesproken bij het CBR, vertelde mij wel dat dit gevolgen zou kunnen hebben voor mijn rijbewijs.
3. Een schriftelijk stuk, inhoudend een lijst tonen CBR vorderingsprocedures (pagina 23 van het onder 1. genoemde dossierproces-verbaal), zakelijk weergegeven onder meer inhoudende en hier van belang:
Naam: [verdachte]
Voornaam: [voornaam]
Geb. Datum: [geboortedatum]/1976
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Datum ongeldigverklaring: 16/09/2009
Categorie: B
4a. Een schriftelijk stuk, te weten een brief
d.d. 21 december 2010 van [betrokkene], manager Vorderingen, divisie Rij geschiktheid aan het parket Utrecht/Lelystad (dossiernummer 200900933lmb, pagina 1 van los in het dossier gevoegde CBR correspondentie), zakelijk weergeven onder meer inhoudende en hier van belang:
U heeft het CBR verzocht om aan u de stukken te sturen over:
geboortedatum: [geboortedatum] 1976
adres: [adres].
Hierbij ontvangt u deze stukken. Het besluit van 16 september 2009 hebben wij aangetekend verzonden. De aangetekende brief is niet retour gekomen naar het CBR.
4b. Een schriftelijk stuk, te weten een besluit van het CBR met nummer 2009009331, opgemaakt door mr. E. van Pernis- van de Wal, manager divisie Vorderingen, gericht aan [verdachte], d.d. 16 september 2009 (pagina's 2 en 3 van de onder 4a genoemde CBR correspondentie), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende en hier van belang:
AANTEKENEN
[verdachte]
[a-straat 1]
[woonplaats]
2009009331 16 september 2009
Geachte [verdachte],
In het besluit van 30 juni 2009 heeft het CBR u een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) opgelegd. Daarbij hebben wij vermeld dat medewerking aan de EMA verplicht is. U heeft niet (voldoende) meegewerkt aan de EMA.
Wat zijn de gevolgen?
Wij hebben uw rijbewijs ongeldig verklaard.
5. Een schriftelijk stuk, te weten, een ID-staat SKDB, waaruit blijkt dat verdachte van 2 maart 2009 tot 12 april 2010 in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven heeft gestaan op het adres:
[adres]."