ECLI:NL:HR:2013:1145

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 november 2013
Publicatiedatum
8 november 2013
Zaaknummer
13/01099
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake naheffingsaanslag parkeerbelasting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 november 2013 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 februari 2013. Het Gerechtshof had eerder een uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de Rechtbank te Haarlem, die betrekking had op een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting die aan belanghebbende was opgelegd. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Gerechtshof beroep in cassatie ingesteld en daarbij verschillende middelen voorgesteld. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend.

De Hoge Raad heeft de voorgestelde middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is in het openbaar uitgesproken op 8 november 2013.

Uitspraak

8 november 2013
nr. 13/01099
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 21 februari 2013, nr. 12/00402, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 11/6376) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2013.