Uitspraak
gevestigd te Road Town, Tortola, British Virgin Islands,
in haar hoedanigheid van rechtsopvolgster van [A] B.V.,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
8 november 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door Framroad Ltd., gevestigd in de British Virgin Islands, tegen [verweerster], in haar hoedanigheid van rechtsopvolgster van [A] B.V. De zaak betreft de bouw en levering van een schip, waarbij de eiseres de vernietiging van een overeengekomen korting op de prijs heeft ingeroepen. De eiseres stelde dat deze korting was verkregen door misbruik van omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 3:44 lid 1 en 4 van het Burgerlijk Wetboek.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder een vonnis van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseres in het cassatiemiddel beoordeeld, maar oordeelt dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad concludeert dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep van Framroad en veroordeelt de eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerster] zijn begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth, en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht met betrekking tot de toepassing van misbruik van omstandigheden in contractuele relaties.