ECLI:NL:HR:2013:1091

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 november 2013
Publicatiedatum
4 november 2013
Zaaknummer
13/00562
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen afwijzing verzoek tot herziening door Gerechtshof 's-Hertogenbosch

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 10 januari 2013. Het hof had eerder een verzoek tot herziening van een uitspraak van 10 oktober 2002 afgewezen. Belanghebbende heeft tegen deze afwijzing beroep in cassatie ingesteld en daarbij verschillende klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een verweerschrift ingediend, waarna belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend.

De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het hof in stand heeft gelaten.

Daarnaast heeft de Hoge Raad overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep in cassatie ongegrond werd verklaard. Het arrest is uitgesproken door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, samen met de raadsheren E.N. Punt en L.F. van Kalmthout, en is openbaar gemaakt op 1 november 2013. De voorzitter was verhinderd het arrest te ondertekenen, waardoor het arrest is ondertekend door mr. E.N. Punt.

Uitspraak

1 november 2013
nr. 13/00562
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof 's-Hertogenboschvan 10 januari 2013, nr. 11/196, betreffende een verzoek tot herziening van de uitspraak van dat hof van 10 oktober 2002, nr. 98/03178.

1.De uitspraak op het verzoek tot herziening

Het Hof heeft het verzoek tot herziening afgewezen.

2.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

3.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2013.
De voorzitter is verhinderd het arrest te ondertekenen. In verband daarmee is het arrest ondertekend door mr. E.N. Punt.