Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
1 november 2013.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een geschil over de diefstal van gehuurde geluidsapparatuur. De verzoeker, handelend onder de naam BANG BANG SYSTEMS, heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Utrecht en de arresten van het hof, die aan deze uitspraak zijn gehecht. De kern van de zaak draait om de vraag of er sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de huurder in de teruggaveverplichting van de gehuurde apparatuur, zoals geregeld in artikel 7:224 en 6:75 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de verzoeker niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal, die strekt tot verwerping van het beroep, wordt gevolgd. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de verzoeker in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot. Deze uitspraak is gedaan op 1 november 2013 en openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.