Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
29 oktober 2013.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, gedateerd 28 november 2011. Het arrest van het Gerechtshof had betrekking op een strafzaak met nummer 24/001724-10. De verdachte, geboren in 1976, heeft zijn beroep in cassatie laten indienen door zijn advocaat, mr. R.P. Snorn, gevestigd te Heerenveen. In de schriftelijke verdediging zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht en daar deel van uitmaken.
De waarnemend Advocaat-Generaal, J. Wortel, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 29 oktober 2013 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker.