ECLI:NL:HR:2013:1033

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 oktober 2013
Publicatiedatum
24 oktober 2013
Zaaknummer
12/04800
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vorderingsgerechtigdheid van vennootschap en bewijsaanbod

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 oktober 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiseres] tegen INALFA ROOF SYSTEMS B.V. De zaak betreft de vraag of de vennootschap vorderingsgerechtigd is en de stelplicht met betrekking tot het aanbod van getuigenbewijs. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank Roermond en arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiseres] verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op nihil. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

25 oktober 2013
Eerste Kamer
nr. 12/04800
RM/NH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
INALFA ROOF SYSTEMS B.V.,
gevestigd te Venray,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en IRS.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 86068/HA ZA 08-258 van de rechtbank Roermond van 11 juni 2008, 3 december 2008 en 24 maart 2010;
b. de arresten in de zaak HD 200.076.901 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 28 december 2010 en 3 juli 2012.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 3 juli 2012 heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen IRS is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van25 september 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van IRS begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
25 oktober 2013.