ECLI:NL:HR:2012:BY6849

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/03462
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing herzieningsverzoek Hoge Raad inzake onroerendezaakbelastingen

Op 21 december 2012 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/03462, waarin een verzoek tot herziening werd behandeld. Het verzoek was ingediend door X te Z en betrof een eerder arrest van de Hoge Raad van 22 juni 2012, nr. 11/05453, dat betrekking had op beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2008 en 2009. De Hoge Raad oordeelde dat het ingediende herzieningsverzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigde. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat het verzoekschrift geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die onder artikel 8:88, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vallen.

De Hoge Raad verklaarde het verzoek tot herziening niet-ontvankelijk, met toepassing van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Procureur-Generaal werd gehoord in deze zaak. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en het arrest is aan het verzoek om herziening gehecht. De beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek was een belangrijk aspect van deze uitspraak, waarbij de Hoge Raad benadrukte dat zonder nieuwe relevante informatie, herziening niet mogelijk is.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren M.W.C. Feteris en Th. Groeneveld, en de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma was aanwezig tijdens de uitspraak.

Uitspraak

21 december 2012
Nr. 12/03462
Arrest
gewezen op het verzoek van X te Z tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 22 juni 2012, nr. 11/05453, LJN BW9032, betreffende beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2008 en 2009. Het arrest van de Hoge Raad van 22 juni 2012 en het verzoek om herziening zijn aan dit arrest gehecht.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormeld arrest en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, lid 1, van de Awb behelst.
De Hoge Raad zal daarom - gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal - het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
2. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2012.