Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 december 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X BV tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het Gerechtshof had op 23 augustus 2011 uitspraak gedaan in de zaken met nummers BK-10/00650 en BK-10/00651, die betrekking hadden op beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de daaropvolgende aanslagen in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel stelt de Hoge Raad in staat om zonder inhoudelijke behandeling van de zaak uitspraak te doen, indien het beroep niet tot cassatie kan leiden. De uitspraak van de Hoge Raad heeft gevolgen voor de rechtspositie van X BV en de wijze waarop onroerendezaakbelastingen worden geheven en gewaardeerd. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van de waardering van onroerende zaken en de belastingheffing daarop.