Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 5 april 2012 was gedaan in de zaak met nummer 10/00696. De kwestie betrof een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook de daarbij gegeven boetebeschikking en de beschikking inzake heffingsrente. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel stelt dat de Hoge Raad kan beslissen zonder de zaak te behandelen als er geen sprake is van een rechtsvraag die voor verdere behandeling in aanmerking komt. De uitspraak van de Hoge Raad heeft implicaties voor de rechtspraktijk, vooral met betrekking tot de beoordeling van belastingaanslagen en de bijbehorende boetes en heffingsrente. De uitspraak is gepubliceerd in de rechtspraak en heeft geleid tot verdere discussies binnen het bestuurs- en belastingrecht.