ECLI:NL:HR:2012:BY6136
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Formele rechtskracht van besluit tot intrekking naturalisatie en vaststelling Nederlanderschap
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [verzoeker], wonende in Engeland, tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst. De zaak betreft de vraag of de formele rechtskracht van een besluit tot intrekking van naturalisatie in de weg staat aan de vaststelling van het Nederlanderschap op basis van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De rechtbank 's-Gravenhage had eerder op 3 november 2011 een beschikking gegeven in deze kwestie, waartegen [verzoeker] cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar deze beschikking en het cassatierekest dat aan de beschikking is gehecht.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in het middel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad concludeert dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van [verzoeker] verworpen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, waarbij de andere raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth betrokken waren als leden van de kamer.