ECLI:NL:HR:2012:BY5672

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/04642
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • N. Jörg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van strafoplegging en terugwijzing naar Gerechtshof te Leeuwarden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een verdachte die was veroordeeld voor het medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De verdachte had een gevangenisstraf van acht weken opgelegd gekregen, met tenuitvoerlegging van eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen. De verdediging stelde dat de verdachte niet aanwezig kon zijn bij de zitting in hoger beroep vanwege financiële redenen, wat door het Hof niet voldoende was onderzocht. De Hoge Raad oordeelde dat de overweging van het Hof dat de verdachte de verantwoordelijkheid voor zijn gedragingen afwijst, niet zonder meer begrijpelijk was, gezien de omstandigheden van de afwezigheid. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling van de straf. Het beroep werd voor het overige verworpen.

Uitspraak

11 december 2012
Strafkamer
nr. S 11/04642
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 23 juni 2011, nummer 24/002472-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de strafoplegging betreft en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden teneinde in zoverre op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1. Het middel klaagt over de strafmotivering.
2.2. Het proces-verbaal van de terechtzitting van het Hof houdt in:
"Gevraagd naar zijn eventuele bekendheid met de reden van afwezigheid van verdachte antwoordt de raadsman, zakelijk weergegeven:
Cliënt heeft weinig financiële middelen. Een retour Enschede-Leeuwarden is dan gewoon te duur. Cliënt heeft mij gemachtigd om hem hier ter terechtzitting te verdedigen."
2.3. Het Hof heeft de verdachte ter zake van 1. "medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (de Hoge Raad leest:) meermalen gepleegd" en 2. "openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen" veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken met tenuitvoerlegging van eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen. Ter motivering van de strafoplegging heeft het Hof onder meer overwogen:
"Het hof stelt vast dat verdachte heeft gekozen voor een nagenoeg volledig ontkennende opstelling en dat hij noch ter terechtzitting in eerste aanleg noch in hoger beroep is verschenen. Het hof maakt daaruit op dat verdachte de verantwoordelijkheid voor zijn gedragingen afwijst."
2.4. Gelet op de namens de verdachte gegeven reden van zijn afwezigheid, waaromtrent het Hof niets heeft vastgesteld, is deze overweging niet zonder meer begrijpelijk. De strafoplegging is dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed, zodat het middel doel treft.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, de last tot tenuitvoerlegging daaronder begrepen;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 11 december 2012.