ECLI:NL:HR:2012:BY4883
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 9 november 2011 is gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1975. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door mr. D. Matadien, advocaat te Rotterdam. De advocaat heeft bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld, welke schriftuur aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt. De Advocaat-Generaal, de heer Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 11 december 2012 heeft de Hoge Raad het arrest gewezen, waarbij het beroep in cassatie werd verworpen. De uitspraak is gedaan door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en N. Jörg, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. Dit arrest bevestigt de beslissing van het Gerechtshof en sluit de cassatieprocedure af.