ECLI:NL:HR:2012:BY4670
Hoge Raad
- Cassatie
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake voorlopige machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek om voorlopige machtiging op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). De verzoekster, aangeduid als betrokkene, had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Zutphen van 1 juni 2012. De rechtbank had eerder op 22 mei 2012 al een beschikking gegeven in deze zaak. De officier van justitie in het arrondissement Arnhem/Zutphen was verweerder in cassatie, maar heeft geen verweerschrift ingediend.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de beschikkingen van de rechtbank en stelt vast dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was dat het beroep moest worden verworpen. De Hoge Raad volgt deze conclusie en verwerpt het beroep, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand blijft. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, waarbij de andere raadsheren C.A. Streefkerk, M.A. Loth en C.E. Drion betrokken waren.