ECLI:NL:HR:2012:BY3963
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- C.A. Streefkerk
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van ouderlijk gezag en verzet ouders
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontheffing van ouderlijk gezag. De verzoekers, aangeduid als de ouders, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden. De zaak is eerder behandeld door de rechtbank Leeuwarden en het gerechtshof, waarbij de rechtbank op 29 juni 2011 en het hof op 19 januari 2012 beslissingen hebben genomen. De Raad voor de Kinderbescherming, gevestigd te Leeuwarden, is als verweerder in cassatie opgetreden, maar is niet verschenen tijdens de zitting.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten die door de ouders zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtspraktijk met betrekking tot ouderlijk gezag en de rol van de Raad voor de Kinderbescherming in dergelijke procedures.