ECLI:NL:HR:2012:BY3496

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01970
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak wegens onjuiste betekening van de dagvaarding in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft de geldigheid van de betekening van de dagvaarding in hoger beroep van de verdachte, die in het buitenland woonachtig is. De Hoge Raad herhaalt eerdere rechtspraak met betrekking tot de vereisten voor de betekening van dagvaardingen aan verdachten die zich buiten Nederland bevinden, zoals vastgelegd in artikel 588, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

De verdachte, geboren in 1982, had geen woon- of verblijfplaats in Nederland en was op het moment van de betekening op vakantie in Nederland. De dagvaarding was niet naar het adres van de verdachte in Bosnië-Herzegovina verzonden, wat volgens de Hoge Raad noodzakelijk is voor een geldige betekening. De Hoge Raad oordeelt dat de bestreden uitspraak, waarin werd geoordeeld dat de dagvaarding geldig was betekend, onjuist is.

De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot een beslissing die de Hoge Raad passend achtte op basis van artikel 440 Sv. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig. Dit arrest benadrukt het belang van correcte betekening van dagvaardingen, vooral in gevallen waarin de verdachte zich in het buitenland bevindt.

Uitspraak

20 november 2012
Strafkamer
nr. S 11/01970
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 17 september 2003, nummer 21/000640-03, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Haarlem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof de dagvaarding in hoger beroep ten onrechte niet heeft nietig verklaard nu niet blijkt dat die dagvaarding overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv naar verdachtes adres in Bosnië-Herzegovina is verzonden.
2.2. Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken bevinden zich:
(i) een proces-verbaal van verhoor door de politie van 29 oktober 2002 dat als verklaring van de verdachte onder meer het volgende inhoudt:
"Ik ben op [geboortedatum]/1982 geboren te [geboorteplaats]. Ik ben woonachtig in perceel [a-straat 1] te [woonplaats]. Ik ben nu op vakantie in Nederland."
(ii) een akte uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 3 september 2003, welke inhoudt dat de dagvaarding op 12 juni 2003 ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Arnhem is uitgereikt aan de (waarnemend) griffier, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is."
(iii) een aan het dubbel van die dagvaarding gehecht verwerkingsoverzicht GBA-gegevens van 22 juli 2003, dat inhoudt dat de verdachte niet is gedetineerd en dat van de verdachte geen adres in Nederland bekend is.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen.
2.3. Indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte niet is ingeschreven in een GBA en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, geschiedt de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatstbekende adres van de verdachte in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (art. 588, tweede lid, Sv). Door die toezending is de dagvaarding rechtsgeldig betekend (vgl. HR 12 maart 2002, LJN AD5163, NJ 2002/317).
2.4. Noch de hierboven genoemde akte uitreiking, noch enig ander gedingstuk houdt in dat de dagvaarding in hoger beroep naar voornoemd adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Daaruit volgt dat de dagvaarding in hoger beroep niet is betekend overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv. Het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, is derhalve onjuist.
2.5. Het middel is dus terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 20 november 2012.