ECLI:NL:HR:2012:BY3234
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep inzake kinderalimentatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 december 2012 uitspraak gedaan over een cassatieberoep dat was ingesteld door de man in een geschil over kinderalimentatie. De man, die woonachtig is in [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 20 juni 2012 was gegeven. De vrouw, ook woonachtig in [woonplaats], was niet verschenen in de procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Rotterdam en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van het cassatieberoep. De Procureur-Generaal had het standpunt ingenomen dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard kon worden op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie, omdat de man klaarblijkelijk onvoldoende belang had bij het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten van de man beoordeeld en geconcludeerd dat deze geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit was gebaseerd op het feit dat de man niet voldoende belang had bij het cassatieberoep, of dat de klachten niet tot cassatie konden leiden. Gezien deze overwegingen heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is gedaan door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven en A.H.T. Heisterkamp.