ECLI:NL:HR:2012:BY2839
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onthouding van processtukken in strafrechtelijk financieel onderzoek
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft een klaagschrift ingediend door klaagster, die zich geconfronteerd zag met een strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) wegens verdenking van witwassen. Klaagster had bezwaar gemaakt tegen de onthouding van processtukken die relevant waren voor haar verdediging. De Rechtbank had het bezwaarschrift ongegrond verklaard, met de overweging dat het onderzoeksbelang in de weg stond aan de overlegging van de stukken aan de raadkamer.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank op ontoereikende gronden had beslist, aangezien de raadsman van klaagster geen toegang had tot de processtukken en de Rechtbank daardoor niet in staat was om een weloverwogen beslissing te nemen. De Hoge Raad concludeerde dat de opvatting van de Rechtbank, dat de stukken van het strafrechtelijk financieel onderzoek niet aan de raadkamer konden worden overgelegd, onjuist was. De middelen die klaagster had ingediend, die zich richtten tegen de motivering van de ongegrondverklaring, werden gegrond verklaard.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden beschikking en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat het klaagschrift opnieuw kon worden behandeld. Dit arrest benadrukt het belang van toegang tot processtukken voor een eerlijke rechtsgang en de noodzaak voor de rechter om over alle relevante informatie te beschikken bij het nemen van beslissingen in strafzaken.