ECLI:NL:HR:2012:BY2669
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- M.W.C. Feteris
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep inzake heffingsrente en inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 november 2012 uitspraak gedaan over een cassatieberoep van X te Z, dat betrekking had op de heffingsrente die aan belanghebbende was opgelegd in verband met de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2003 tot en met 2006. Het Gerechtshof te Amsterdam had eerder op 31 mei 2012 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij het beroep van belanghebbende werd behandeld onder de nummers 10/00283 en 10/00286 tot en met 10/00289. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die door belanghebbende in cassatie waren aangevoerd, geen behandeling in cassatie rechtvaardigden. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat belanghebbende klaarblijkelijk onvoldoende belang had bij het cassatieberoep, of dat de klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft daarom, met toepassing van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van het Hof en het beroepschrift in cassatie zijn aan het arrest gehecht, wat de transparantie en de mogelijkheid tot verdere juridische beoordeling bevordert. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken, waarbij de raadsheer C. Schaap als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren M.W.C. Feteris en Th. Groeneveld, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.