ECLI:NL:HR:2012:BY2579

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01117
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over nakoming van verplichtingen uit erfpachtakte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door NATURAL GOLF BUSINESS EVENTS B.V. (NGBE) tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had eerder op 12 oktober 2010 een arrest gewezen in de zaak die voortvloeide uit een geschil over de nakoming van verplichtingen die waren opgenomen in een erfpachtakte. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten, waaronder het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009 en het arrest van het hof. NGBE had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarbij de verweerster, vertegenwoordigd door haar advocaten, had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus had in zijn conclusie tot vernietiging en verwijzing geadviseerd. De Hoge Raad heeft echter het beroep van NGBE verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn toegewezen aan de verweerster. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoefde, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de rol van de Hoge Raad in het handhaven van de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

14 december 2012
Eerste Kamer
11/01117
EE/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
NATURAL GOLF BUSINESS EVENTS B.V.,
gevestigd te Doorn,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. M.E. Bruning,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. D.M. de Knijff en mr. A. van Staden ten Brink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als NGBE en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 419213/HA ZA 09-421 van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009;
b. het arrest in de zaak 200.040.097/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 12 oktober 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft NGBE beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot vernietiging en verwijzing.
De advocaten van [verweerster] hebben bij brief van 16 november 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt NGBE in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 14 december 2012.