ECLI:NL:HR:2012:BY2259
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Verbetering van de hoogte van de geldboete en vervangende hechtenis in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 7.500,-, met vervangende hechtenis van 72 dagen bij gebreke van betaling. De Hoge Raad constateerde dat het Hof abusievelijk in het dictum had opgenomen dat de verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van 'tienduizend euro', terwijl dit in werkelijkheid 'zevenduizend en vijfhonderd euro' moest zijn. Deze verbeterde lezing benadeelde de verdachte niet, maar leidde tot een aanpassing van de opgelegde straf.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de hoogte van de geldboete en de duur van de vervangende hechtenis. De geldboete werd verlaagd naar € 7.375,-, met een vervangende hechtenis van 71 dagen, waarvan € 5.000,- voorwaardelijk was met een proeftijd van twee jaren. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie konden leiden, met uitzondering van het middel dat betrekking had op de redelijke termijn van de procedure. Dit middel werd gegrond verklaard, omdat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM was overschreden.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de formulering van vonnissen en de noodzaak om de redelijke termijn in acht te nemen in cassatieprocedures. De beslissing van de Hoge Raad heeft geleid tot een aanpassing van de strafmaat, waarbij de verdachte niet benadeeld werd door de verbeterde lezing van de geldboete.