ECLI:NL:HR:2012:BY2254
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de opgelegde straf en vermindering van taakstraf in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 21 september 2010 was gewezen. De verdachte, geboren in 1959, had beroep in cassatie ingesteld tegen de opgelegde straf. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G.J.M.E. de Bont en mr. J.M. Sitsen, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de opgelegde straf, en tot vermindering daarvan, terwijl het beroep voor het overige werd verworpen.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend met betrekking tot het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De opgelegde taakstraf is verminderd tot 228 uren, met een subsidiaire hechtenis van 114 dagen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de middelen van de verdediging niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de middelen niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.
Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, was overschreden, wat heeft geleid tot een verdere vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en N. Jörg, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.