ECLI:NL:HR:2012:BY2253
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de opgelegde straf en vermindering van taakstraf in cassatie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 september 2010. De verdachte, geboren in 1976, had beroep ingesteld tegen de opgelegde straf. De advocaten van de verdachte, mr. G.J.M.E. de Bont en mr. J.M. Sitsen, hebben middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de opgelegde straf, en tot vermindering daarvan. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren te verrichten taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft het aantal uren taakstraf verminderd tot 171 uren, subsidiair 85 dagen hechtenis, en het beroep voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. Aangezien er meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep, is de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM overschreden. Dit heeft geleid tot een vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk beslist dat, nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden en er geen andere grond aanwezig is voor vernietiging, de uitspraak als volgt moet worden beslist. Het arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en is uitgesproken op 4 december 2012.