ECLI:NL:HR:2012:BY2241
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- G. Snijders
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst en ontslag op staande voet in het kader van dringende redenen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van een arbeidsovereenkomst en de vraag of het ontslag op staande voet terecht was. De zaak betreft [eiser 1], bestuurder van de Stichting Nij Hickaerd, en [verweerster], die een arbeidsovereenkomst had met de Stichting. De Stichting had [verweerster] op staande voet ontslagen wegens werkweigering, diefstal, fraude en bedrog. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de kantonrechter en het gerechtshof, die oordeelden dat het ontslag kennelijk onredelijk was en dat [verweerster] recht had op achterstallig salaris en schadevergoeding.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, dat het vonnis van de kantonrechter had bekrachtigd. De Hoge Raad oordeelt dat de redenen voor het ontslag niet onverwijld zijn meegedeeld, zoals vereist door artikel 7:677 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent dat het ontslag op staande voet niet kan worden beschouwd als rechtsgeldig. De zaak wordt verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing.
De Hoge Raad veroordeelt [verweerster] in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 881,99 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. Deze uitspraak benadrukt het belang van de onverwijlde mededeling van ontslagredenen en de grenzen van de rechtsstrijd in arbeidszaken.