ECLI:NL:HR:2012:BY1891

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/04967
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over afgebroken onderhandelingen en totstandkoming koopovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Houthavens Beheer B.V. en Maarsen Bouw en Ontwikkeling (MBO) B.V. Houthavens, de eiseres tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 12 juli 2011 was gewezen. De zaak betreft de uitleg van een intentieovereenkomst en de totstandkoming van een koopovereenkomst, waarbij de vraag centraal staat of er overeenstemming was over de tekst van de overeenkomst. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank te Amsterdam en het arrest van het hof, dat aan het arrest van de Hoge Raad is gehecht. De advocaat-generaal M.H. Wissink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Houthavens in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelt dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

14 december 2012
Eerste Kamer
11/04967
DV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
HOUTHAVENS BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.P.J.L. Tjittes,
t e g e n
MAARSEN BOUW EN ONTWIKKELING (MBO) B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. J.A.M.A. Sluysmans en mr. R.L. de Graaff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Houthavens en MBO.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 435331/HA ZA 09-2539 van de rechtbank te Amsterdam van 21 oktober 2009 en 17 maart 2010;
b. het arrest in de zaak 200.069.668/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 12 juli 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Houthavens beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
MBO heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Voor MBO is de zaak toegelicht door haar advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Houthavens heeft bij brief van 9 november 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Houthavens in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van MBO begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 14 december 2012.