ECLI:NL:HR:2012:BY1252
Hoge Raad
- Cassatie
- H.J. de Klerk
- M. de Vries
- P. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de status van een medisch tatoeëerder en de toepassing van belastingvrijstelling
In deze zaak gaat het om de vraag of de belanghebbende, een medisch tatoeëerder, als ondernemer kan worden aangemerkt in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. De belanghebbende, die autodidact is op het gebied van medische tatoeage, behandelt in nauwe samenwerking met plastisch chirurgen patiënten met wijnvlekken en brandwonden. Hij past littekencorrecties toe en wordt door zijn vakgenoten geprezen om zijn unieke kwaliteiten in Nederland. Ondanks zijn uitgebreide ervaring en kennis is hij niet ingeschreven in een register zoals bedoeld in de Wet BIG en heeft hij geen formele (para)medische opleiding gevolgd. De belanghebbende stelt dat zijn behandelingen in aanmerking komen voor de belastingvrijstelling zoals opgenomen in artikel 11, lid 1, onderdeel g, sub 1, van de Wet. Het Hof 's-Gravenhage heeft de belanghebbende in zijn standpunt gevolgd, maar de Hoge Raad dient nu te oordelen over de vraag of deze kwalificatie als ondernemer correct is. De uitspraak van de Hoge Raad kan belangrijke implicaties hebben voor de belastingstatus van vergelijkbare beroepsgroepen die niet voldoen aan de formele opleidingsvereisten maar wel aanzienlijke expertise en ervaring hebben. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk en kan leiden tot een herziening van de interpretatie van de belastingwetgeving met betrekking tot medische en paramedische beroepen.