Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Het beroep in cassatie was ingesteld door X, woonachtig te Z, tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage. Deze uitspraak, gedateerd 24 augustus 2011, had betrekking op een verzet van belanghebbende tegen een belastingaanslag die aan hem was opgelegd. De Rechtbank had in deze procedure geoordeeld over de rechtmatigheid van de belastingaanslag en het verzet van de belanghebbende. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een cassatieberoep af te doen zonder inhoudelijke behandeling, indien de zaak zich daarvoor leent. De uitspraak van de Hoge Raad heeft gevolgen voor de rechtspositie van de belanghebbende en de wijze waarop belastingaanslagen kunnen worden aangevochten. De uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling binnen het bestuursrecht en belastingrecht, en biedt inzicht in de mogelijkheden voor belanghebbenden om zich te verzetten tegen belastingaanslagen.