ECLI:NL:HR:2012:BY0232
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- N. Jörg
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafzaak
Op 20 november 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 8 april 2011. De zaak betreft een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1971. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem. In de schriftuur zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel met betrekking tot de beslissingen over het onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging. De AG heeft verzocht om terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat deze in zoverre opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Voor het overige heeft de AG het beroep verworpen.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat de middelen, die niet aanvoeren dat het onder 3 bewezenverklaarde niet op alle in de bewezenverklaring vermelde plaatsen is begaan, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens artikel 81, eerste lid, RO geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.