ECLI:NL:HR:2012:BY0092
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanhoudingsverzoek in WOTS-zaak met betrekking tot overname tenuitvoerlegging rechterlijke beslissing
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2011. De zaak heeft betrekking op een verzoek van het Koninkrijk Zweden tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen de veroordeelde, geboren in 1947. De Rechtbank had het verzoek om aanhouding van de behandeling van de zaak afgewezen, omdat de veroordeelde niet had onderbouwd dat er feiten en omstandigheden waren die een aanhouding rechtvaardigden. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het op de weg van de veroordeelde lag om zijn verweer met feiten te onderbouwen, wat niet is gebeurd. De Hoge Raad concludeert dat de afwijzing van het subsidiaire verzoek tot aanhouding, teneinde onderzoek te laten verrichten door de Nederlandse justitie, niet onjuist is. De noodzaak van het verzochte was niet gebleken, en het oordeel van de Rechtbank is toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.