ECLI:NL:HR:2012:BX9829

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/03968
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over erfrecht en bewijslast bij wederrechtelijke onttrekkingen aan de boedel

In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door twee eiseressen tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De eiseressen, wonende te [woonplaats], hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 24 mei 2011 is gewezen in een eerdere procedure. De Hoge Raad verwijst naar de relevante stukken uit de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2010. De eiseressen worden in deze procedure bijgestaan door hun advocaat, mr. R.F. Thunnissen, terwijl de verweerster, ook wonende te [woonplaats], wordt vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J. van Duijvendijk-Brand.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, die strekt tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die door de eiseressen zijn aangevoerd in hun cassatieberoep niet kunnen leiden tot cassatie. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de eiseressen en veroordeelt hen in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is op 7 december 2012 in het openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, na behandeling door de raadsheren C.A. Streefkerk, M.A. Loth en C.E. Drion.

Uitspraak

7 december 2012
Eerste Kamer
11/03968
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiseres 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiseres 2],
wonende te [woonplaats],
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen,
t e g e n
[Verweerster ],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Eiseressen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] c.s. en verweerster als [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 435709/HA ZA 09-2581 van de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2010;
b. het arrest in de zaak 200.065.895/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 24 mei 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiseres] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerster] mede door mr. K.J.O. Jansen, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiseres] c.s. heeft bij brief van 10 oktober 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, M.A. Loth en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 7 december 2012.