ECLI:NL:HR:2012:BX9799
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over alimentatieverplichtingen en toerekening van betalingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende alimentatieverplichtingen. De eiseres, een vrouw wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 12 juli 2011 was gewezen. De man, wonende in Suriname, was verweerder in cassatie. De advocaten van beide partijen hebben de zaak toegelicht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 2 september 2009 en het arrest van het hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft het beroep inderdaad verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoefde, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak heeft implicaties voor de toerekening van betalingen en de beoordeling van alimentatieverplichtingen.