ECLI:NL:HR:2012:BX9534

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04540
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • N. Jörg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake verstoring openbare orde en gebruik van verdovende middelen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 30 september 2010 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984. De verdachte is beschuldigd van het verstoren van de openbare orde en het gebruik van verdovende middelen op 18 mei 2008 in Utrecht. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld op 13 november 2012, waarbij de advocaat van de verdachte, mr. A.J.M. Bommer, een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en verwijzing naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.

De bewezenverklaring steunt op een proces-verbaal van de politie, waarin is vastgelegd dat de verdachte zich hinderlijk gedroeg op de openbare weg en zich voorbereidde op het gebruik van verdovende middelen. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring, met name de formulering "ten aanschouwe van het daar aanwezige publiek", niet voldoende is gemotiveerd in de uitspraak van het Hof. Dit leidt tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet voldoet aan de eisen van de wet.

De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, en is openbaar gemaakt op 13 november 2012.

Uitspraak

13 november 2012
Strafkamer
nr. S 10/04540
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 30 september 2010, nummer 21/004323-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.J.M. Bommer, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, teneinde deze op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd.
2.2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij, op 18 mei 2008 in de gemeente Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, op de weg, als bedoeld in artikel 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht, te weten de Catharijnesingel, de orde heeft verstoord en zich hinderlijk heeft gedragen, door ten aanschouwe van het daar aanwezige publiek, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, één of meer voorbereidingen te treffen tot het gebruik van verdovend(e) middel(en) en verdovend(e) middel(en) te gebruiken, althans te hebben gebruikt."
2.3.1. Deze bewezenverklaring steunt op een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Ik zag/constateerde dat een persoon zich op of aan de weg zodanig opgehouden heeft dat aan weggebruikers of aan bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder veroorzaakt werd, en/of op of aan de weg of in een publiektoegankelijk gebouw op enigerlei wijze de orde heeft verstoord, zich hinderlijk heeft gedragen, personen heeft lastig gevallen, heeft gevochten, heeft deelgenomen aan een samenscholing, onnodig heeft opgedrongen of door uitdagend gedrag aanleiding heeft gegeven tot wanordelijkheden.
Overtredingsgegevens:
Datum : 18 mei 2008
Omstreeks : 11.00 uur
Plaats : Utrecht
Gemeente : Utrecht
Locatie : Catharijnesingel
een voor het openbaar verkeer openstaande weg binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom
Soort weg : een weg
Voertuig : voetganger
Ik zag dat de verdachte bezig was het gebruik van verdovende middelen voor te bereiden. Ik zag dat verdachte verdovende middelen aan het klaarmaken was door middel van een basepijp met het kennelijke doel deze te gaan gebruiken. Door het voorbereiden van het gebruik van verdovende middelen op de openbare weg werd het veiligheidsgevoel van de weggebruikers aangetast. Tevens werd de openbare orde verstoord.
Uitzonderingsbepalingen waren niet van toepassing.
Verdachte werd staande gehouden en verstrekte mij, daarnaar gevraagd, de volgende persoonsgegevens:
Naam: [achternaam verdachte]
Voorletters: [voorletter verdachte]
Voornamen: [voornaam verdachte]
Geb. plaats : [geboorteplaats]
Geb. datum : [geboortedatum]-1984
Straatnaam : [a-straat 1]
Pc/woonpl. : [woonplaats]
Nadat ik de verdachte had medegedeeld niet tot antwoorden te zijn verplicht, verklaarde deze: Die ander heeft mijn pijp nodig.
De identiteit van verdachte is mij ambtshalve bekend."
2.3.2. Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts nog het volgende overwogen:
"Het hof overweegt dat gelet op tijd en plaats van het gebeuren het publiek de gedragingen van verdachte kan waarnemen en tevens de orde werd verstoord."
2.4. Aangezien de bewezenverklaring, voor zover inhoudende "ten aanschouwe van het daar aanwezige publiek" niet zonder meer kan worden afgeleid uit de inhoud van de door het Hof gebezigde bewijsvoering, is de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 13 november 2012.