Hoge Raad
Op 5 oktober 2012 heeft de Hoge Raad in de zaak met nummer 12/00809 het beroep in cassatie van X te Z niet-ontvankelijk verklaard. Dit beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die op 25 oktober 2011 was gedaan in de zaken met nummers 10/00173, 11/00119 en 11/00120. De kwestie betrof aanslagen in de inkomstenbelasting en premies voor de volksverzekeringen, alsook de premie voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en de premie voor de ziekenfondswet, allemaal gerelateerd aan het belastingjaar 2003.
De Hoge Raad oordeelde dat de procedurele vereisten voor het indienen van een cassatieberoep niet waren nageleefd, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren die X te Z had tegen de eerdere uitspraak van het Gerechtshof. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de belastingaanslagen en premies blijven ongewijzigd.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedurele stappen in belastingzaken en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De Hoge Raad heeft in deze zaak geen inhoudelijke beoordeling van de belastingaanslagen gedaan, maar heeft zich beperkt tot de procesrechtelijke aspecten van het cassatieberoep.